Zuchten op het werk… hoe nuttig is dit?

  • Berichtcategorie:blog
  • Leestijd:4 minuten gelezen

Ahhhhh … het kan toch eens deugd doen, diep zuchten. Wanneer je met collega’s samen zit, dan pik je aan de manier van het zuchten op of het wel of niet goed met iemand gaat. Wanneer mijn collega net een taak heeft afgewerkt en ze zucht, dan merk ik dat dit van opluchting is. Omgekeerd merk je ook wanneer iemand zucht omdat het niet zo goed gaat. En dan vraag je: ‘hey, wat scheelt er? Kan ik helpen met iets?’

Maar nu horen we het volgende in loopbaanbegeleiding:
“ik zucht thuis en niemand hoort mij.”
“Mijn glimlach gaat verloren aan mijn computerscherm.”
“Mijn laptop doet zijn best om het werk te verzetten, maar zucht niet mee met mij, lacht niet terug, pikt niet op wanneer ik trots of overweldigd ben en babbelt helemaal niet terug over de koetjes en de kalfjes die ik niet meer kwijt kan.”

We geven je graag vijf tips mee in hoe je kunt omgaan met die moedeloze gevoel. Tips in de vorm van vragen, want jij weet beter wat voor jou werkt dan dat wij dit doen. 😉

  1. Stel jezelf eens de vraag: ‘hey, wat scheelt er?’ Zomaar, lukraak, in het midden van je werkdag. Als je wilt, kan je zelfs voor de spiegel gaan staan (er is toch niemand die het ziet of weet, dus waarom niet?) ‘Hey, wat scheelt er?’ en geef jezelf enkele minuten om met een antwoord te komen. Met dat antwoord ga je in tip 2 aan de slag.
  2. Nu je weet wat er scheelt, kan het goed zijn om enkele bepalende factoren te identificeren. Vraag jezelf eens af: ‘wat is er gebeurd dat tot dit heeft geleid? Wat zijn aanleidingen geweest hiernaartoe? Hoe komt het concreet dat …?’ Let op: het is geen graven in een ver verleden en vinger wijzen naar. Het is stilstaan met concrete factoren die een invloed hebben gehad op wat er nu scheelt, meer niet.
  3. Hoe zou je willen dat het is/wordt? Wat zou je anders willen? Misschien zijn er enkele concrete factoren die je graag anders wilt. Je mag zeker wensen dat je terug meer dagen op kantoor werkt, vaker contact hebt met collega’s, dat je zucht en je glimlach terug door echte mensen wordt opgepikt. Weten wat en hoe je het liever zou willen, brengt ons bij de vierde vraag.
  4. Wat kan je nu al doen, om het een beetje meer te krijgen zoals jij het zou willen? Wat doe je nu al dat werkt? Kan je dat vaker doen? Wie kan je hierbij om hulp vragen? Waar zou een bepaalde actie kunnen plaatsvinden? Wanneer? En hoe? Bijvoorbeeld: je zou elke middag kunnen gaan wandelen tijdens je middagpauze en intussen een collega bellen en bijbabbelen, je verzuchtingen en je vreugdes delen. Heb je een team van vijf collega’s? Dan kan je elke dag met iemand anders bellen.
  5. Wat zou het effect zijn voor jou (en je collega’s, team, werkgeluk) wanneer je stap vier op lange termijn blijft doen? Stel dat je steeds meer doet wat goed werkt voor jou en je kijkt één maand verder of twee maand: welk verschil zou dat maken voor jou? En welk verschil voor je collega’s? Voor je huisgenoten? Voor je (werk)geluk?

Zuchten is nuttig. Glimlachen ook. Als je laptop het niet oppikt en je collega’s zijn niet in de buurt, gun jezelf dan dat jij het oppikt en ga er voor jezelf mee aan de slag. Een gesprek hierover met een loopbaancoach kan je enorm verder helpen. In zo’n gesprek is er ruimte om te zuchten, te glimlachen, na te denken, te bespreken en verder te kijken. Je wordt gehoord en dat is waar het om draait.